Ik word graag overweldigd door kunst. Kunst met dat effect op mij blijken dan vaak overigens niet alleen indrukwekkend mooie dingen te zijn, maar ook indrukwekkend grote. (Niet altijd trouwens: ook kleine werken kunnen me soms plots op het gemoed werken. Maar toch echt dikwijls.)
Als ik naar Parijs ga, ligt nog niet tot in detail vast wat ik allemaal ga doen. Ik heb wél altijd een lijstje van mogelijkheden, want die zijn in de lichtstad onuitputtelijk. En dat er dan museabezoeken bij zijn - meestal probeer ik ze wel te beperken tot 1 per 2 dagen - weet ik ook al op voorhand. Maar om te beslissen welke het worden hou ik tips bij die ik eerder tegenkwam en ga ik eens kijken op de websites van de musea waar ik graag kom. Soms beslis ik al op voorhand welke ik zeker wil bezoeken, maar er zijn er altijd ook die ik op de moment zelf pas beslis.
Kiezen is verliezen zegt men wel eens en ook al klinkt dat wat deprimerend, voor een stuk is dat waar. Ik ging dus niet naar de Pop Art-tentoonstelling kijken in Fondation Louis Vuitton, miste ook de tentoonstelling 'Surrealisme' in Centre Pompidou, en rateerde wellicht nog meer moois in de vele musea die Parijs rijk is.
Maar toen ik op internet her en der fragmenten zag van iets dat me heel intrigerend leek in Grand Palais, wist ik dat ik zou proberen om daar een ticketje voor te bemachtigen. En gelukkig lukte dat.
De tentoonstelling in Grand Palais die ik wilde bezoeken, was ' The Soul Trembles' van de voor mij onbekende kunstenares Chiharu Shiota.
miniaturen |
Dat had dan weer als gevolg dat ik me daardoor erg moest haasten om op tijd te zijn aan de poort van het majestueuze Grand Palais. Maar hé, ik stelde wél mijn snoet bloot aan de winterzon - al zat die grotendeels verscholen achter grijze wolken.
Stipt op tijd, nog een beetje buiten adem van al dat haasten, stond ik als 1 van de eersten te wachten in 1 van de 3 rijen aan de ingang van de tentoonstelling. Ik had er in het begin een goed oog in want er stond niet extreem veel volk. Maar ik zag de 1 na de ander in de andere rijen binnen mogen gaan terwijl er in onze rij geen beweging zat. Wat het onderscheid tussen de rijen was, was me niet erg duidelijk. Ik was in de rij waar ik stond terecht gekomen op aanwijzingen van een museumwachter en aan de rijen zelf stond nergens aangegeven wie waarom waar moest aanschuiven.
Al gauw zonk de moed me een beetje in de schoenen en begon mijn rug die niet van stilstaan houdt te protesteren, en toen ik een 40 minuten later eindelijk binnen mocht treden, deed ik dat in een niet al te beste gemoedsgesteldheid.
Om de tentoonstelling te bereiken moest ik eerst een trap op in een indrukwekkende traphal, een groot paleis waardig. En toen ik omhoog keek zag ik dit.
De pijn in mijn rug verdween op slag naar achter in mijn aandachtsveld en ik vergat bijna de ellende van het wachten. Ik zette me een tijdje halverwege de trap op een stenen zitplaats met zicht op het kunstwerk dat de hal tooide in witte veren en ik liet de stroom mensen die binnen en buiten gingen aan me passeren.
Na een tijdje steeg ik verder omhoog richting ingang van de tentoonstelling. Ik kreeg eerst wat uitleg te lezen en wat grafische werken te zien en toen draaide ik een hoek om en kwam ik hier terecht.
Een rode draad binnen haar werken is letterlijk ... een rode draad. Die kwam zeer vaak terug en vaak in een context van 'verbinding'.
Wil je er ook eens naartoe? Dan kan dat nog tot 19 maart. Meer informatie op de website van Grand Palais.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Kan je niet reageren? Mail me! If you are unable to comment? Contact me!
bollekes.met.gaatjes.en.koordjes(at)gmail.com